1. Wat is Prednisolon Auro en waarvoor wordt dit medicijn ingenomen*
Prednisolon Auro is een medicijn dat ontstekingen en allergische reacties minder erg maakt (glucocorticosteroïde). Dit medicijn heeft invloed op de stofwisseling, de balans van zouten (electrolyten) in uw lichaam en de werking van weefsels.
Prednisolon Auro wordt gebruikt bij ziekten waarbij behandeling van het hele lichaam nodig is. Het wordt gebruikt bij volwassenen, kinderen van alle leeftijden en jongeren. De behandeling die u krijgt hangt af van het soort ziekte en hoe erg deze is. Hieronder vindt u een overzicht van de ziekten en situaties waarbij dit medicijn gebruikt wordt. Een overzicht met doseringen per ziekte kunt u vinden in de tabellen ‘Doseringsschema a - d’ en ‘Doseringsschema e’ in rubriek 3 van deze bijsluiter.
Dit medicijn wordt gebruikt bij:
Hormoonvervangende behandeling bij:
•
Volwassenen waarbij de bijnierschors minder goed werkt of niet meer werkt (adrenocorticale insufficiëntie). Dit kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld: ziekte van Addison, adrenogenitaal syndroom, operatief verwijderde bijnierklieren, een te langzaam werkende hypofyse (eerstekeuze medicijnen zijn hydrocortison en cortison)
•
Stressvolle situaties nadat u lange tijd behandeld bent met corticosteroïden.
Reumatische ziekten:
•
Ontsteking van de bloedvaten (actieve fase van vasculitis): - Ontsteking van de wanden van de bloedvaten met knobbeltjes (panartritis nodosa) (doseringsschema: a, b; duur van de behandeling is maximaal 2 weken in geval van bestaande hepatitis B infectie)
- Reuzencelartritis, spierpijn en stijve spieren (polymyalgia rheumatica) (doseringsschema: c)
- Ontsteking van een slagader aan de zijkant van het hoofd (temporal arteritis) (doseringsschema: a), als u plotseling niet meer kunt zien, wordt eerst een hoge dosis met glucocorticoïden gegeven via een injectie (pulstherapie) en krijgt u daarna een onderhoudsbehandeling met controle van de bloedsedimentatiesnelheid
- Ontsteking van de wanden van de kleine bloedvaten door een auto-immuunziekte (een ziekte waarbij uw afweer uw eigen lichaam aanvalt). Bijvoorbeeld de Ziekte van Wegener (granulomatose met polyangiitis). behandeling start (doseringsschema: a-b) in combinatie met methotrexaat (bij mildere vormen zonder nierproblemen) of volgens regime van Fauci (bij ernstige vormen met nierproblemen of longproblemen). Als de ziekte onder controle is wordt de behandeling afgebouwd (doseringsschema: d, afbouwende behandeling) in combinatie met medicijnen die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt
- Ontsteking van de kleine bloedvaten tot middelgrote slagaderen met afwijkingen in longen, huid, darmen, zenuwen en het hart (syndroom van Churg-Strauss, eosinofiele granulomatose met polyangiitis): eerste fase van de behandeling (doseringsschema: a-b), als ziekte de organen aantast of ernstig is, krijgt u ook medicijnen die ervoor zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt. Als de ziekte onder controle is krijgt u een onderhoudsdosering, (doseringsschema: d)
•
Actieve fasen van reumatische ziekten die organen binnenin uw lichaam kunnen aantasten (doseringsschema: a, b): lupus erythematosus (ziekte waarbij uw lichaam zichzelf ziek maakt omdat uw afweer niet goed werkt, u krijgt ontstekingen) met aantasting van organen binnenin uw lichaam, spierzwakte en pijn (polymyositis), ontstoken kraakbeen (chronisch atrofe polychondritis), gemengde bindweefselziekte
•
Ernstige progressieve vormen van actieve ziekte met ontstekingen van de gewrichten (reumatoïde artritis) (doseringsschema: a tot d), bijvoorbeeld snel destructieve progressieve vormen (doseringsschema: a) of vormen zonder problemen in gewrichten (doseringsschema: b)
•
Andere vormen van ontstekende reumatische ziekte van de gewrichten, als dit nodig is vanwege de ernst van de klachten en wanneer bepaalde medicijnen voor reumatische ziekte (NSAIDs) niet goed werken of niet gebruikt kunnen worden
•
Ontstekingsproblemen, met name in het gebied van de wervelkolom (spondylartritis), ontsteking van de wervelkolom en veranderingen (ankyloserende spondylitis) die andere gewrichten aantasten, bijvoorbeeld armen en benen (doseringsschema: b, c), problemen in gewrichten bij een ziekte van de huid met de naam psoriasis (psoriatische artritis) (doseringsschema: c, d), gewrichtsziekte veroorzaakt door maagdarmaandoeningen (enteropathische artritis) met ernstige ontstekingsactiviteit (doseringsschema: a)
•
Ontsteking van een gewricht (artritis) als reactie op andere onderliggende ziekten (doseringsschema: c)
•
Ontsteking van een gewricht (artritis) bij sarcoïdose (zeldzame ziekte van het afweersysteem) (doseringsschema: b eerste fase van de behandeling)
•
Ontsteking van het hart bij reumatische koorts; in ernstige gevallen, gedurende 2 tot 3 maanden (doseringsschema: a)
•
Ontsteking van een gewricht (artritis) bij jongeren zonder duidelijke oorzaak (juveniel idiopathische artritis), met ernstige vormen die de organen binnenin uw lichaam aantasten (ziekte van Still) of die het oog aantastten (ontsteking van de iris en omliggend gebied), die niet reageren op plaatselijke behandeling (doseringsschema: a).
Ziekten van de bronchiën en longen :
•
Bronchiaal astma (doseringsschema: c-a), gelijktijdige toediening van medicijnen die de bronchiën verwijden wordt aanbevolen
•
Het opeens erger worden van COPD (chronisch obstructieve longziekten) (doseringsschema: b); aanbevolen duur van de behandeling tot 10 dagen
•
Specifieke longziekten, zoals acute ontsteking van de longzakjes (alveolitis) (doseringsschema: b), verharding van longweefsel en veranderingen in longstructuur (pulmonaire fibrose) (doseringsschema: b), bronchiolitis obliterans met organiserende longontsteking (BOOP) (doseringsschema: b afbouwende behandeling), zo nodig in combinatie met medicijnen die zorgen dat de afweer van uw lichaam minder hard werkt, chronisch eosinofiele longontsteking (doseringsschema; b afbouwende behandeling), voor langdurige behandeling van chronische vormen van stage II en III sarcoïdose (met kortademigheid, hoest en verslechterde longfunctietesten) (doseringsschema: b)
•
Behandeling om ademhalingsnoodsyndroom (RDS) te voorkomen bij te vroeg geboren baby’s (doseringsschema: b, twee enkele doses).
Ziekte van de bovenste luchtwegen:
•
Ernstige vormen van hooikoorts en allergische rhinitis (u bent allergisch voor iets en heeft daardoor last van uw neus), nadat behandeling met neusspray die glucocorticoïden bevat niet heeft geholpen (doseringsschema: c)
•
Het opeens vernauwen van het strottenhoofd en luchtwegen: zwelling van de slijmvliezen (oedeem van Quincke), stenose laryngitis (pseudokroep) (doseringsschema: b tot a).
Huidziekten:
Ziekten van de huid en slijmvliezen die te erg of wijdverspreid zijn om goed behandeld te kunnen worden met een plaatselijke toediening (bijvoorbeeld met een zalf) van glucocorticoïden. Dit kunnen ook huidziekten zijn die de organen binnenin uw lichaam aantasten. Voorbeelden van deze ziekten zijn:
•
Allergische of allergie-achtige reacties, allergische reacties gerelateerd aan infecties: bijvoorbeeld netelroos (acute urticaria: uitslag op de huid met roze bulten en erge jeuk), shock-achtige (anafylactoïde) reacties
•
Ernstige huidproblemen, waaronder huidziekten waarbij de huid beschadigd raakt: uitslag veroorzaakt door medicijnen, erythema exsudativum multiforme, toxisch epidermische necrolyse (syndroom van Lyell), acuut gegeneraliseerde pustulose, erythema nodosum, acuut febriel neutrofiele dermatose (syndroom van Sweet), allergisch contacteczeem (doseringsschema: b tot a)
•
Huiduitslag, rode plekken op de huid die jeuken: bijvoorbeeld allergische huiduitslag, zoals atopisch eczeem (ontstekingsziekte van de huid) of contacteczeem, of uitslag veroorzaakt door pathogene organismen (nummulair eczeem) (doseringsschema: b tot a)
•
Ziektes met nodulaire vorming (vorming van heel kleine bolletjes): bijvoorbeeld sarcoïdose, ontsteking van de lippen (granulomatose cheilitis) (doseringsschema: b tot a)
•
Ernstige huidproblemen met blaarvorming: bijvoorbeeld pemphigus vulgaris, bulleus pemfigoïd, goedaardig slijmvliespemfigoïd, lineaire IgA dermatose (doseringsschema: b tot a)
•
Ontsteking van de bloedvaten: bijvoorbeeld allergische vasculitis, polyartritis nodosa (doseringsschema: b tot a)
•
Ziekten door problemen met de afweer van het lichaam (autoimmuun-aandoeningen): bijvoorbeeld dermatomyositis, systemische scleroderma (induratieve fase), chronisch discoïd en subacuut cutane lupus erythematosus (doseringsschema: b tot a)
•
Ernstige huidproblemen tijdens zwangerschap (zie ook “Zwangerschap en borstvoeding”): bijvoorbeeld herpes gestationis, impetigo herpetiformis (doseringsschema: d tot a)
•
Ernstige huidproblemen met ontsteking, roodheid en schilfering, bijvoorbeeld pustular psoriasis, pityriasis rubra pilaris, parapsoriasis groep (doseringsschema: c tot a); erytroderma, waaronder syndroom van Sezary (doseringsschema: c tot a)
•
Overige ernstige ziekten: bijvoorbeeld Jarisch-Herxheimer-reactie bij behandeling van syfilis met penicilline, snelgroeiend caverneuze hemangioom die verplaatsing van het oog veroorzaakt, ziekte van Behcet, pyoderma gangrenosum, eosinofiele fasciitis, lichen ruber exanthematicus, erfelijke epidermolysis bullosa (doseringsschema: c tot a).
Bloedziekten en tumoren:
•
Bloedziekten door problemen met de afweer van het lichaam: bloedarmoede door zelfvernietiging van rode bloedcellen (auto-immune haemolytische anaemie) (doseringsschema: c tot a), idiopathische trombocytopenische purpura (syndroom van Werlhof) (doseringsschema: a), plotselinge en tijdelijke daling van het aantal bloedplaatjes (intermittent trombocytopenie) (doseringsschema: a)
•
Kwaadaardige vormen van kanker zoals: acuut lymfoblastische leukemie (doseringsschema: e), ziekte van Hodgkin (doseringsschema: e), non-Hodgkin lymfoom (doseringsschema: e), chronisch lymfatische leukemie (doseringsschema: e), ziekte van Waldenstrom (doseringsschema: e), multiple myeloom (doseringsschema: e)
•
Als u te veel calcium in uw bloed heeft en u een kwaadaardige vorm van kanker heeft (doseringsschema: c tot a)
•
Voorkomen en behandeling van overgeven veroorzaakt door chemotherapie (doseringsschema: b tot a)
•
Vermindering van pijn en klachten (palliatieve behandeling) als u een kwaadaardige vorm van kanker heeft waarvan u niet meer beter wordt
NB: prednisolon kan worden gebruikt om klachten te verlichten, bijvoorbeeld als u een verminderde eetlust heeft of zich zwak voelt en een uitbehandelde vorm van kanker heeft.
Ziekten van het zenuwstelsel:
•
Bepaalde vormen van spierverlamming (myastenia gravis) (eerste keus medicijn is azathioprine), chronisch syndroom van Guillain-Barré, syndroom van Tolosa-Hunt, polyneuropathie bij monoklonale gammopathie, multiple sclerose (MS) (voor afbouwen van behandeling na hoge dosis infusie van glucocorticoïden bij acute episodes), bepaalde vormen van epilepsie bij pasgeboren baby’s (syndroom van West).
Specifieke vormen van infectieziekten:
•
Als u een ernstige infectieziekte heeft waarvoor u wordt behandeld met antibiotica en chemotherapie en daarbij vergiftiging optreedt, bijvoorbeeld tuberculose meningitis (doseringsschema: b) of ernstige vormen van pulmonaire tuberculose (doseringsschema: b).
Oogziekten (doseringsschema: b tot a):
•
Voor problemen aan het oog en voor ontstekingsreacties in de oogkas en in het oog, zoals: aandoening van de optische zenuw (optische neuropathie, bijvoorbeeld bij reuzencel artritis, vanwege slechte bloedcirculatie of wond-gerelateerd), ziekte van Behcet, sarcoïdose, endocriene orbitopathie, orbitale pseudotumor (zwelling van het weefsel in de oogkas), afstoting na hoornvliestransplantatie en bij bepaalde vormen van uveïtis (ontsteking van de middenlaag van het oog), zoals de ziekte van Harada en sympathische oftalmie.
Bij de volgende aandoeningen wordt het gebruik van prednisolon alleen geadviseerd als plaatselijke behandeling onvoldoende effect had. Ontsteking van verschillende onderdelen van het oog:
•
Ontsteking van de sclera (buitenste laag) en omliggend gebied, hoornvlies of uvea (middelste laag), chronische ontsteking van het oogsegment dat oogvloeistof produceert, allergische conjunctivitis, alkalische brandwonden.
•
Ontsteking van het hoornvlies wat voorkomt bij auto-immuunziekte of syfilis (extra behandeling tegen ziekteverwekker nodig), bij hoornvliesontsteking veroorzaakt door herpes simplex (alleen als het hoornvliesoppervlak nog intact is en samen met regelmatige oogcontroles).
Maag-, darm- en leverziekten:
•
Ernstige ontsteking van de dikke darm waarbij zweren ontstaan (ulceratieve colitis) (doseringsschema: b tot c)
•
Ziekte van Crohn, waarbij u ontstekingen kunt hebben in uw mond, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm (doseringsschema: b)
•
leverziekte door problemen met de afweer van uw lichaam (auto-immuun hepatitis) (doseringsschema: b)
•
beschadiging van de slokdarm (oesofagus) (doseringsschema: a).
Nierziekten:
•
Bepaalde nierziekten door problemen met de afweer van uw lichaam: “minimal change” glomerulonefritis (doseringsschema: a), extracapillair proliferatieve glomerulonefritis (snel progressieve glomerulonefritis) (doseringsschema: hoge dosis pulstherapie, meestal in combinatie met cytostatica), afbouwen en beëindigen van behandeling bij syndroom van Goodpasture; voor alle andere vormen, langdurige voortzetting van behandeling (doseringsschema: d).
Een uitgebreide beschrijving van de werkzaamheid en mogelijke bijwerkingen van dit geneesmiddel vindt u in de patiëntenbijsluiter en samenvatting van de productkenmerken.